We hebben besloten om dit blog te verplaatsen naar de website van INTERGO.
Hoewel het nadrukkelijk nog steeds om privé meningen van medewerkers gaat, vinden we toch dat het feit dat het allemaal blogs met de focus Human Factors & Ergonomie betreft voldoende rechtvaardigt om de blog op onze website te zetten.
Lees dus verder (en terug) op www.intergo.nl/blog
vrijdag 20 maart 2015
woensdag 11 maart 2015
Lijnenspel schept verwarring
Dit is de titel van een artikel in Het Parool van zaterdag 7 maart. Een nieuw fietskruispunt in Amsterdam schept verwarring, en wordt vergeleken met een Mondriaan met een vleugje Esscher. Wat kan een human factors specialist hier nu aan doen? Een korte observatie bevestigt 2 zaken: het is een druk en complex kruispunt, en de bijdrage van de lijnen is in ieder geval niet positief.
We zien stopstrepen, haaientanden, heuvelstrepen, zebrapaden en een vrijhoudvak. Kern van het probleem is dat er twee tweerichtingsfietspaden elkaar kruisen, als onderdeel van groot verkeerskruispunt. Maar goed laten we de oplossing simpel houden, en niet direct alle fietspaden verplaatsen. Principiële oplossing zou zijn om de verkeerslichten (ook) voor het zebrapad te zetten, dan houd je het kruispunt vrij. Maar dat doet geen recht aan het Amsterdamse fietsgedrag. Bij oversteek naar links over de Prins Hendrikkade respecteren de meeste fietsers de lichten nog wel: het is er zo druk met auto's dat het leven op het spel staat. Rechtdoor is men meer geneigd door te rijden, hoewel een behoorlijk percentage wel degelijk stopt voor rood. Fietsers die op het fietskruispunt linksaf of rechtsaf willen, zullen niet geneigd zijn om te wachten voor stoplichten die voor de zebrapaden zijn geplaatst.
De heuvelstrepen - de afwisselend korte en lange strepen - waarschuwen voor een verhoogd wegdek met als doel de snelheid te laten verminderen. Nou deze verhoging staat in geen verhouding tot de meeste 'normale' tegelfietspaden. Het is een heerlijke glooiing. Kortom, geen functie.
Dan de haaientanden: die hebben slechts symbolische waarde. Als een fietser van rechts op de foto het stoplicht links op groen ziet staan, zal hij gas willen geven. Helaas vertellen de haaientanden dat hij fietsers van rechts en van links voor moet laten gaan. Dat is wachten op 'discussies'. Degenen die wel stoppen blokkeren daarmee het zebrapad: weer andere 'discussies'. Overigens zien we verderop langs ditzelfde fietspad dat de haaientanden niet consequent zijn toegepast.
Het vrijhoudvak heeft m.i. wel een functie: het attendeert erop dat daar gaan wachten niet de bedoeling is, terwijl de verkeerssituatie dat niet per se direct hoeft duidelijk te maken. Maar als je daar niet mag staan, moet er wel een alternatief zijn. De plekken voor de stoplichten zijn klein, en snel vol. En aan de andere kant van het vrijhoudvak blokkeer je weer het zebrapad.
Hoe kan het dan beter? Geef meer ruimte om je op te kunnen stellen zonder anderen te hinderen. En laat verkeerstekens en regels die geen functie hebben maar achterwege. Het is sowieso bijna onmogelijk om alle signalen die bij het naderen van dit kruispunt op je afkomen waar te nemen en (goed) te interpreteren. Een beetje photoshoppen leidt dan tot dit plaatje. De zebrapaden zijn wat smaller gemaakt, waardoor er meer vrije opstelruimte voor fietsers komt, en overbodige strepen zijn weggehaald. Zullen we dit eens proberen?
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhU3tQP0RzpirkXxEWfiqQQWv9DU6Vu12oukx3SgZId-tseUF7UlZTUc1IiQlqK8lcwVT_cApJtGHdL0D8ZMD6wAhw0twUjzefpEVKvyr507CQjCRZMjEjmRyLv71OCTwp9XAZib4R9W6I/s1600/IMG_1962o.jpg)
De heuvelstrepen - de afwisselend korte en lange strepen - waarschuwen voor een verhoogd wegdek met als doel de snelheid te laten verminderen. Nou deze verhoging staat in geen verhouding tot de meeste 'normale' tegelfietspaden. Het is een heerlijke glooiing. Kortom, geen functie.
Dan de haaientanden: die hebben slechts symbolische waarde. Als een fietser van rechts op de foto het stoplicht links op groen ziet staan, zal hij gas willen geven. Helaas vertellen de haaientanden dat hij fietsers van rechts en van links voor moet laten gaan. Dat is wachten op 'discussies'. Degenen die wel stoppen blokkeren daarmee het zebrapad: weer andere 'discussies'. Overigens zien we verderop langs ditzelfde fietspad dat de haaientanden niet consequent zijn toegepast.
Het vrijhoudvak heeft m.i. wel een functie: het attendeert erop dat daar gaan wachten niet de bedoeling is, terwijl de verkeerssituatie dat niet per se direct hoeft duidelijk te maken. Maar als je daar niet mag staan, moet er wel een alternatief zijn. De plekken voor de stoplichten zijn klein, en snel vol. En aan de andere kant van het vrijhoudvak blokkeer je weer het zebrapad.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhm9fgEe58rNE5VnrOVJu9aI-zmDgHknpLGGK0mI8yEO1tJ86qgXBNigQ8VYMom2l726_w0jzS0EkGBThEUYWCTTWm1mNxKUcgnKNOqdAYxQjUVCUoIt3S7b2IoHs2JTgXzBN-8oTrSY48/s1600/IMG_1962b.jpg)
donderdag 5 maart 2015
Katja's bodyscan vs Intergo's werkbelastingscan
Onlangs was het programma Katja’s Bodyscan te zien. In deze eerste aflevering ging het over
stress en probeerde Katja antwoord te krijgen op de vraag wanneer stress nou
goed is en wanneer niet. Om dat uit te zoeken werden er verschillende testen
gedaan, waarbij steeds een kortdurende stressreactie werd opgewekt. Telkens
werd gekeken hoe Katja presteerde onder deze acute stress.
Toevallig doet Katja dat aardig goed en weet zij redelijk te
presteren bij hoge stressniveaus, maar dit geldt voor vele andere mensen niet. Nu
is het zeker niet zo dat alle stress slecht is. Enige vorm van stress maakt dat
men alerter is en verhoogt de prestatie, maar te hoge stress vermindert de
prestatie en bovendien bestaat de kans op het maken van fouten.
In deze aflevering van Katja’s Bodyscan is de manier van het
testen van stressbestendigheid voornamelijk gericht op hoe één persoon
presteert onder hoge druk. Wanneer we de parallel trekken naar werkstress
(beroepsziekte nummer 1 op dit moment) zien we dat het gaat om grote groepen
mensen met burn-out klachten en dat zowel acute stress als chronische,
langdurige stress hierin een rol speelt. Een beter passende manier is dan om te
kijken naar hoe de gehele groep medewerkers omgaat met stress op de werkvloer.
En een effectieve aanpak is om te zorgen dat de hoeveelheid ‘aangeboden’
werkdruk voor iedere medewerker behapbaar is. Op deze manier pakken we stress
bij de bron aan.
Maar hoe weten we nu welke hoeveelheid werkdruk voldoende
is? Moeten we (zoals Katja in het programma) iedere medewerker taken laten
uitvoeren met de hand in een bak koud water en kijken hoe men reageert? Dit is
wetenschappelijk misschien interessant, maar in de praktijk werkt dat een stuk
minder prettig. Hoe kunnen we werkstress dan wel meten en grip krijgen op welke
maatregelen passend zijn in een organisatie? Dat staat beschreven in de
whitepaper Werkstress: mens- of organisatieprobleem op onze website.
Abonneren op:
Posts (Atom)