Onlangs was het programma Katja’s Bodyscan te zien. In deze eerste aflevering ging het over
stress en probeerde Katja antwoord te krijgen op de vraag wanneer stress nou
goed is en wanneer niet. Om dat uit te zoeken werden er verschillende testen
gedaan, waarbij steeds een kortdurende stressreactie werd opgewekt. Telkens
werd gekeken hoe Katja presteerde onder deze acute stress.
Toevallig doet Katja dat aardig goed en weet zij redelijk te
presteren bij hoge stressniveaus, maar dit geldt voor vele andere mensen niet. Nu
is het zeker niet zo dat alle stress slecht is. Enige vorm van stress maakt dat
men alerter is en verhoogt de prestatie, maar te hoge stress vermindert de
prestatie en bovendien bestaat de kans op het maken van fouten.
In deze aflevering van Katja’s Bodyscan is de manier van het
testen van stressbestendigheid voornamelijk gericht op hoe één persoon
presteert onder hoge druk. Wanneer we de parallel trekken naar werkstress
(beroepsziekte nummer 1 op dit moment) zien we dat het gaat om grote groepen
mensen met burn-out klachten en dat zowel acute stress als chronische,
langdurige stress hierin een rol speelt. Een beter passende manier is dan om te
kijken naar hoe de gehele groep medewerkers omgaat met stress op de werkvloer.
En een effectieve aanpak is om te zorgen dat de hoeveelheid ‘aangeboden’
werkdruk voor iedere medewerker behapbaar is. Op deze manier pakken we stress
bij de bron aan.
Maar hoe weten we nu welke hoeveelheid werkdruk voldoende
is? Moeten we (zoals Katja in het programma) iedere medewerker taken laten
uitvoeren met de hand in een bak koud water en kijken hoe men reageert? Dit is
wetenschappelijk misschien interessant, maar in de praktijk werkt dat een stuk
minder prettig. Hoe kunnen we werkstress dan wel meten en grip krijgen op welke
maatregelen passend zijn in een organisatie? Dat staat beschreven in de
whitepaper Werkstress: mens- of organisatieprobleem op onze website.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten